In de schaduw van de regen
Richt ik mij op
Een schouwspel van vallend water
Stromend in oneindig dalen
ijzer verkleurd naar rood
Het roesten van gewrichten
En als de dageraad geschiet
Draagt mijn hart het lood
Zwaar in mijn schoenen
Schuurt het zand
De blaren van mijn voeten
Verblind door het oog
Dat vluchtend en volgend
De glooiingen voltrekt
Druppel na druppel
Vergeet ik wie ik
Had kunnen zijn
Waar twee vingers geraken
Waar verstrengeling en verwarring
Waar ik eindig en
Waar jij begint
Waar vleien en vloeken
Waar mijn verhitte gemoed
Waarheid zal vinden in
Wachten
Waarop jij dan zegt
Dat ik al gevonden ben
Wachten zal ooit vervloeien
Met het sterkend samenzijn
Maar enkel in het donker
Tast men naar de knop
Die de eenzaamheid zal lichten
En met blozend gelaat
Is er dan het afscheid
Traceer de woelige baren
Die je noemt, mijn huid
Als druppels deze doen verlaten,
Stelp de openingen die alleen
Naar binnen lijden
Ik zal drijven op de golven
Van jouw geluid
Zoals alleen jij de stilte voedt
in het duister van de noorderzon
op mijn snakkend gelaat
Gedichten uit de bundel 'In verdediging van vergeten menselijkheid'. Prijs op aanvraag via het contactformulier.